Panorama van Sint-Petersburg, gezien vanaf
de Paleisbrug over de Neva. In het midden de Petrus en Paulus-vesting en rechts het Winterpaleis.

Het wapen van de stad
Sint-Petersburg

100 dagen in Sint-Petersburg

Middels deze weblog houd ik het thuisfront op de hoogte van mijn belevenissen in Sint-Petersburg. Het is mijn bedoeling hier regelmatig een berichtje te plaatsen. Het recentste bericht staat bovenaan. Reageren op mijn berichten kan via e-mail.

До свидания (tot ziens)!

Auke de Vlieger

Het wapen van de stad
Sint-Petersburg


Sint-Petersburg, Rusland, zondag 28 februari 2010, 16:23 uur

Dag 31. Sinds vrijdag ligt de temperatuur boven het vriespunt. Nogal een verschil met vorig weekend! De sneeuw is in rap tempo aan het smelten. Van alle gebouwen drupt smeltwater. De ijspegels smelten en vallen dus ook. Ik hoorde dat er al een dodelijk slachtoffer is gevallen in Sint-Petersburg door een vallende ijspegel. Ook voor het raam van mijn kamer druppelt er water naar beneden, precies op mijn aluminium vensterbank aan de buitenkant. Mijn raam kan niet open, dus ik kan ook geen doekje op de vensterbank leggen. Ik wordt helemaal horendol van dat gedrup! Het duurt nu al drie dagen. Iedere seconde een druppeltje...

De grond is blijkbaar nog bevroren, want de stoepen zijn bedekt met een laag ijs. Veel mensen bewegen zich een beetje als pinguins voort. Ik heb nu ook al meerdere Russen onderuit zien gaan. Verder liggen overal grote plassen water. Het grondwater kan al die gesmolten sneeuw niet aan. Sommige plassen zijn verraderlijk diep, dus het is echt nattesokkenweer. Komende week treedt de vorst weer in, dus dan zullen die plassen wel weer bevriezen...

Verder probeer ik zoveel mogelijk cultuur te proeven hier. We zijn naar meerdere clubs en barretjes geweest, hebben verschillende soorten wodka geprobeerd en gisteravond zijn we naar een concert in de Jazz Philharmonic Hall geweest. Er werd opgetreden door een kwartet met een piano, electrische gitaar, contrabas en drumstel. Helaas geen koperblazers, maar het was geweldig! Zeker voor herhaling vatbaar.

Als we les hebben in het Nederlands Instituut, hier een behoorlijk eind vandaan, neem ik altijd de metro. Ik stap dan op op station Sennaja plosjtsjad, hier vlakbij, en ga dan naar station Tsjernysjevskaja. De metro van Sint-Petersburg is de diepste ter wereld, en de vijf metrolijnen die de stad doorkruisen gaan over elkaar heen. Lijn 1, die onder andere Tsjernysjevskaja aandoet, is de diepste. De roltrappen die Tsjernysjevskaja en nog een ander metrostation op Lijn 1 met de bewoonde wereld verbinden zijn daardoor de langste metroroltrappen ter wereld. Je staat ruim drie minuten op de 132 meter lange roltrap! De Russen hebben de ongeschreven regel dat je rechts op de roltrap stil kunt staan en links kunt lopen, voor als je haast hebt. De Russen gedragen zich in het verkeer bijzonder asociaal, maar in de metro houdt iedereen zich netjes aan deze ongeschreven regel!


Sint-Petersburg, Rusland, woensdag 24 februari 2010, 21:12 uur

Dag 27. Het is hier bijna warm! Gisteren was het nog maar een paar graden onder nul. Wat een verschil met het weekend! Het sneeuwt nog wel behoorlijk. Gisteren was het de Dag van de Verdediger van het Vaderland, maar dat stelt eigenlijk niets voor. Er zijn geen militaire parades of ceremonies, en in de praktijk is het gewoon Mannendag. We hebben met een paar mensen nog even een biertje gedronken en dat was het. Met dit 'warme' weer moet je niet te dicht langs gebouwen lopen, want ijs en sneeuw vallen spontaan naar beneden. We hebben een en ander zien vallen, maar zijn niet geraakt gelukkig. Tijdens het lopen kijk je om de haverklap naar boven.

Vandaag heb ik aan het eind van de middag nog even een tijdje door het centrum gelopen. Sint-Petersburg tijdens de avondspits is fascinerend. Het hele centrum is één grote file. Stoplichten spelen geen rol meer; iedereen rijdt gewoon wanneer mogelijk en waar mogelijk. Ieder gaatje wordt benut. De files staan ook de bochten om en zebrapaden worden door de automobilisten volledig genegeerd. Als voetganger kun je de stoplichten ook negeren; de auto's staan meer stil dan dat ze rijden en als je over wilt steken zigzag je jezelf gewoon een weg tussen de auto's door. Op drukke wegen met veel auto's en veel voetgangers is de straat één grote krioelende massa van auto's en voetgangers. Als de auto's eindelijk even kunnen rijden, spuiten ze met slippende banden weg, vanwege de sneeuw en uit angst dat iemand die paar vierkante meter vrije wegruimte voor je inneemt. Het is een getoeter van jewelste. Een vrouw in een dikke zwarte hummer sloeg op een kruispunt linksaf, maar kon niet doorrijden en kwam midden op de kruising stil te staan. Ze blokkeerde zo het rechtdoorgaande verkeer. Een Lada-bestuurder met een kort lontje kon hierdoor niet doorrijden, draaide zijn raampje open en begon op de vrouw te schelden. De vrouw keek even om, schold wat terug en keek weer rustig voor zich uit. Nee, vergeleken met de Russen zijn wij Nederlanders ware heren in het verkeer.


Sint-Petersburg, Rusland, maandag 22 februari 2010, 21:34 uur

Dag 25. Afgelopen weekend was het steenkoud. Zaterdagavond was het -25! Het was dus geen weer om lekker door de stad te gaan wandelen. Zaterdagavond zijn we nog wel op stap geweest met de Russische studenten Nederlands. Een van hen had zelfs bevriezingsverschijnselen aan haar neus! Vandaag was het gelukkig wat warmer, zo rond de -10.

Zoals ik eerder al schreef nemen veel Russen deze maandag tussen het weekend en de Dag van de Verdediger van het Vaderland vrij. Op de universiteit was dit ook te merken: de garderobe was gesloten, diverse ruimten zaten op slot (waaronder de computerruimte) en in een groot deel van het pand was het pikdonker (inderdaad, naar Russisch gebruik). Behalve ons waren er ook niet veel studenten. Hierna hadden we weer Kunstgeschiedeniscollege in het Russisch Museum. Omdat de Hermitage vandaag gesloten was, kwamen alle toeristen van de stad naar het Russisch Museum, en ook alle militaire opleidingen van de stad hadden excursies georganiseerd naar dit museum. Het wemelde van de groepen militairen, allemaal op hun paasbest gekleed. Onze docent leek het maar een belachelijk toneelstukje te vinden, en had het over "educating the cannon fodder" (het kanonnenvoer onderwijzen). Tussen de groepen zaten ook klassen met jongens van een jaar of 15, en ook een klas met jongens die volgens mij niet ouder dan 12 waren. Een soort hele vroege opleiding Vrede en Veiligheid of zo? Ze hadden wel allemaal een mooi uniform, compleet met stropdas, die maar knullig om de veel te grote overhemden was geknoopt. Helaas had ik mijn fototoestel niet bij me...

Hieronder nog een paar foto's. Allereerst een paar foto's die ik in de supermarkt heb gemaakt. Ze hebben hier aardig wat Westerse merken, maar die hebben af en toe wel ingespeeld op de nationale cultuur. Zo hebben ze hier Lays-chips met rodekaviaarsmaak:

- Foto 053

En sommige verpakkingen van Westerse producten zijn aan de ene kant in het Latijnse schrift bedrukt en aan de andere kant omgezet in het Cyrillisch:

- Foto 054

Producten als pindakaas hebben ze wel, maar zijn verschrikkelijk duur. 350 gram pindakaas kost hier 269 roebel (6,59 euro). Dat is bijna veertien keer zo duur als bij de Aldi!

- Foto 055

Het viel ons op dat de Russen achterlopen. In de stad hangen nog verscheidene posters over de bevrijding van Leningrad (27 januari), Oud en Nieuw, en in diverse horeca-etablissementen hangt nog kerstversiering. En er zijn ook nog kerstballen te koop in de supermarkt:

- Foto 056

Hier nog twee foto's van het sneeuwruimen van de daken:

- Foto 057
- Foto 058

En nog een paar winterse tafereeltjes:

- Foto 059
- Foto 060
- Foto 061
- Foto 062
- Foto 063


Sint-Petersburg, Rusland, vrijdag 19 februari 2010, 19:51 uur

Dag 22. Ik ben nog steeds erg verkouden. Vandaag was het de koudste dag tot nu toe, onder de -20, wat de genezing natuurlijk niet echt bevordert. Er staat soms ook een behoorlijke wind waardoor het nog kouder lijkt. Na het halfuurtje van de universiteit naar huis voelde ik me echt verkleumd. Al na een paar stappen buiten voel je de vorst in je neus. Mijn adem had na tien minuten op de kraag van mijn jas een laagje ijs gevormd. Vanmorgen zag ik trouwens een jogger in t-shirt en korte broek! Met -20... Dan ben je een bikkel! Wel zag hij zo rood as een kreeft, maar goed, dat doen wel meer mensen met dit weer.

Otto Boele, de docent uit Leiden die ons hier de eerste week begeleidde, heeft trouwens een stukje geschreven over wat wij hier doen voor de electronische nieuwsbrief van de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden: Bericht uit St. Petersburg. Leuk om te lezen. Hij noemt hierin ook het 'Harvard-Effect': het studeren boven je niveau en hopen dat je dit met hard werken kan compenseren. Waarschijnlijk leer je op die manier wel het meeste en het verbaast me niets als dat hier ook gaat plaatsvinden. De vakken Politicologie en Cultuurkunde zijn zeer lastig, en we zijn nog maar net begonnen. Mogelijk is dit hoge niveau de strategie van de docenten, maar ik vrees dat het voortkomt uit hun ervaring met ouderejaarsstudenten (wij zijn de eerste bachelor-proefkonijnen) en dat ze ons niveau niet goed kunnen aanvoelen. Het 'Harvard-Effect' kan stimulerend en positief zijn, maar als de afstand tussen competentie en lesstofniveau te groot wordt kan het ook averechts werken. Volgende week vrijdag moet ik voor Politicologie een (Engelstalige) presentatie houden over een artikel genaamd "The Unrule of Law in the Making: The Politics of Informal Institution-Building in Russia". De docent vroeg om een vrijwilliger voor deze taak, waarop een stilte volgde. Toen besloot ik om het maar te gaan proberen. Ik ben benieuwd of ik iets van het artikel ga snappen. Ik ga in ieder geval de uitdaging aan.

Aanstaande dinsdag, 23 februari, is het Den zasjtsjitnika otetsjestva, Dag van de Verdediger van het Vaderland, een nationale feestdag in Rusland. Op deze dag worden van oorsprong alle oorlogsveteranen en nog dienende militairen geëerd, maar in de praktijk is het een beetje de Dag van de Man geworden, als tegenhanger van Internationale Vrouwendag. Vaak zijn er wel ceremonies met oorlogsveteranen, dus ik kijk nog of ik zoiets kan bijwonen dinsdag. Iedereen heeft op 23 februari vrij, wij dus ook, en veel Russen nemen ook de maandag vrij, zodat ze vier dagen weekend hebben.

Manja de poes wist mijn kamer weer eens binnen te glippen en rende gelijk onder mijn bed. Ik besloot mijn bed opzij te schuiven, en daar bleek allemaal troep onder te liggen. Diverse etensresten, een witte homp schimmel die ooit een mandarijn was geweest, nog een hoopje schimmel dat niet meer te identificeren viel, snoeppapiertjes, wat balletjes en een hoop stof.


Sint-Petersburg, Rusland, donderdag 18 februari 2010, 18:22 uur

Dag 21. Kort nadat ik gisteren mijn blog had bijgewerkt werd het (gelukkig) stil in de kamer van Vladimir en Marina. Ik heb vervolgens nog een tijdje met Marina gepraat. Ze had een drankje voor me klaargemaakt tegen mijn verkoudheid, heel attent. We begonnen in het Russisch, maar al snel laat mijn beperkte woordenschat me in de steek, waardoor ik niet kan zeggen wat ik wil zeggen, en stappen we over op Engels. Marina spreekt heel goed Engels dus dat is prettig.

Op de universiteit gaat alles prima. We hebben vijf vakken: Grammatica, Vertalen, Politicologie, Cultuurkunde en Kunstgeschiedenis. De grammaticalessen sluiten naadloos aan op wat we in Groningen ook al deden. Daar hadden we een paar keer per week les van een Russische gastdocent (van de Staatsuniversiteit van Sint-Petersburg) en wat we nu doen lijkt daar veel op. In die colleges wordt er alleen maar Russisch gesproken en worden onze grammaticakennis en spreek-, lees-, luister- en schrijfvaardigheid verbeterd. De vertaallessen worden op het Nederlands Instituut door een medewerkster van dat instituut gegeven. We vertalen hier Nederlandstalige kinderverhaaltjes (want die zijn niet zo ingewikkeld) in het Russisch. Momenteel zijn we bezig met wat dierenverhaaltjes van Toon Tellegen. Daarnaast vertalen we ook Russische kinderverhaaltjes (eerst iets van Sasja Tsjornyj en nu wat van Viktor Dragoenski) in het Nederlands. De overige drie vakken worden in het Engels gegeven door Russen. Politicologie en Cultuurkunde zijn erg lastige vakken; niet vanwege het Engels, maar vanwege het hoge niveau. We zijn hier zeker niet op vakantie...

De deurklink van de deur op de binnenplaats van mijn huis (naar het trappenhuis) is verdwenen. Hij zat met vier schroefjes vast, en die gingen met de dag losser zitten. Eergisteren waren de bovenste twee schroeven al helemaal los van de deur en gisteren was de hele deurklink weg. Met je vingers kun je gelukkig nog net achter de rand van de deur reiken, zodat hij toch nog open kan. Ik ben benieuwd of er nog een nieuwe klink bevestigd gaat worden voordat ik Sint-Petersburg verlaat, want de Russen staan erom bekend dat niemand het initiatief tot dit soort klusjes neemt.

De docenten uit Groningen hebben op de website van de universiteit trouwens links geplaatst naar onze weblogs. Het opmerkelijke is dat alle drie de Groningse studenten een blog bijhouden, maar niet één van de zes Leidenaren dat doet!


Sint-Petersburg, Rusland, donderdag 18 februari 2010, 00:12 uur

Dag 21. Vanmiddag hebben we op het Nederlands Instituut een film gekeken, Andrej Roebljov, van regisseur Andrej Tarkovski. Andrej Roebljov was een beroemde iconenschilder uit de vijftiende eeuw en deze film is gebaseerd op de weinige feiten die over zijn leven bekend zijn. Het was echt zo'n film die je geweldig of verschrikkelijk vind, en voor mij gold dat laatste. Wat een draak van een film. Hij duurt drie uur lang, is veel te langdradig en verschrikkelijk saai. Ik geloof niet dat de Russische cinema mijn ding is, want de andere Russische klassiekers die ik heb gezien, Ivan Groznyj (Ivan de Verschrikkelijke) van Sergej Eisenstein en Idi i smotri (Kom en Zie) vond ik ook geen bal aan.

Vanavond hadden we op het NIP een feestje met de Russische studenten die daar en op de Staatsuniversiteit Nederlands studeren. Het was nogal geforceerd allemaal, aan ieder tafeltje moesten twee Russen en twee Nederlanders zitten, en na exact tien minuten, en geen seconde later, ging de bel en moesten twee personen doorschuiven naar de volgende tafel. En in die tijd moest je dan met elkaar kletsen. Het was dus nogal gekunsteld, maar wel gezellig, en met een combinatie van Nederlands en Russisch kom je eigenlijk best ver.

Mijn appartement blijkt een wel-rokenappartement te zijn. Natalja heeft afgelopen week twee keer gasten over de vloer gehad en beide keren zagen de keuken en haar kamer blauw van de rook. Ik houd mijn kamerdeur permanent dicht om de stank buiten te houden. Mijn deur kan trouwens niet op slot, niet eens dicht zelfs, ik heb een doekje gekregen om tussen te deur en de deurpost te doen zodat de deur dichtgeklemd blijft. Omdat iedereen dus in theorie mijn kamer binnen kan lopen heb ik altijd mijn belangrijke documenten, geld, telefoon, fototoestel etc. op zak.

Vladimir en Marina houden wel van muziek: al meerdere malen hebben ze op doordeweekse dagen tot diep in de nacht luid muziek geluisterd of films gekeken, en met hun hypermoderne geluidsinstallaties hoor ik dat allemaal nogal goed. Momenteel is het al bijna half een 's nachts, maar ze hebben een feestje en hebben meerdere gasten uitgenodigd op hun kamer. Ik ben benieuwd tot hoe laat dat nog doorgaat.


Sint-Petersburg, Rusland, maandag 15 februari 2010, 21:39 uur

Dag 18. Ik ben snipverkouden. In de supermarkt heb ik wat sapjes en soep (borsjtsj, Oekraïense rodebietensoep) gekocht, en dat smaakte best goed.

Toen ik vanmiddag thuiskwam waren ze nog steeds op het dak bezig met sneeuw verwijderen. Ik kreeg de deur naar het trappenhuis slechts met moeite open omdat er een behoorlijk pak sneeuw voor lag. In het trappenhuis is het altijd pikdonker. Dat is een Russische gewoonte: wanneer ergens geen mensen zijn hoort het licht uit te zijn. Maar het trappenhuis heeft geen ramen en het is er dus altijd pikdonker. Iedereen stapt dus naar binnen, zoekt op de tast de lichtknop, gaat naar zijn appartement en doet dan het licht via de dichtsbijzijnde lichtknop weer uit. Een van de eerste dingen die ik leerde in mijn appartement was dan ook waar de lichtknoppen zaten. Het is hier gebruikelijk om het licht in de gang alleen 's avonds te gebruiken, en de lichten in de vertrekken alleen aan te doen als je er moet zijn en het er ook echt donker is.

De reden is me niet duidelijk. Willen de mensen kosten besparen, of zijn ze zeer milieubewust? Ik denk het niet, want een ander typisch Russisch fenomeen is dat de verwarming centraal geregeld wordt. Niemand in het huis, dus niet eens de hoofdbewoners van de appartementen, kan de verwarming regelen. Er zitten geen knoppen aan de radiatoren. Dag en nacht staan ze dus aan, en altijd op dezelfde temperatuur. Over het algemeen is dat te warm, en zeker 's nachts. Maar als je een raampje open zet wordt het weer veel te koud. Ik loop vaak in t-shirt door het appartement, terwijl het buiten 40 tot 50 graden kouder is. Wat een verspilling.


Sint-Petersburg, Rusland, zondag 14 februari 2010, 17:57 uur

Dag 17. Hier nog een paar foto's van de universiteit. Allereerst die mooie vergaderzaal waar ik het eerder over had:

- Foto 043
- Foto 044

De universiteit is erg klein en er hangt een hele gemoedelijke, ontspannen en vriendelijke sfeer. Ze hebben hier ook een leuk, luchtig gevoel voor humor, zoals deze foto, gemaakt naast ons vaste klaslokaal, bewijst (let op het papiertje aan de muur):

- Foto 045

De economievleugel, waar ik regelmatig doorheen loop, is volgehangen met papieren met leuke spreuken en aforismen. Op de eerste is er met pen bijgeschreven "seven if one went to EU SPb" (de Europese Universiteit):

- Foto 046
- Foto 047
- Foto 048
- Foto 049

En in de koffiekamer:

- Foto 050

De universiteit is duidelijk oud en niet ontworpen voor lange mensen zoals ik. In de trappenhuizen moet ik vaak bukken, en ook bij een aantal deuren, zoals deze (foto van mezelf gemaakt):

- Foto 051

En ten slotte nog een groepsfoto, alweer een tijdje terug tijdens een sneeuwbui gemaakt voor het Nederlands Instituut. Twee personen van de oorspronkelijke groep zijn terug naar Nederland gegaan en een van hen staat nog op deze foto. De wat oudere man rechts is ook een student. De jongeman links met z'n handen over elkaar en die meid helemaal links met rode sjaal zijn stagiaires van het NIP. De wat oudere vrouw, tweede van links, is een docente:

- Foto 052


Sint-Petersburg, Rusland, zondag 14 februari 2010, 15:17 uur

Dag 17. Begin deze middag deden de sneeuwverwijderaars ons gebouw aan. Alle mensen, wat was het een kabaal! Volgens mij waren ze met pikhouwelen op het dak aan het inwerken. Ik heb nog twee verdiepingen boven mijn hoofd, maar het klonk alsof het dak aan het instorten was. Door mijn raam kon ik de sneeuwwolken, ijspegels en brokken ijs naar beneden zien tuimelen.

Gisteravond zijn we trouwens met een paar mensen nog naar de bios in het winkelcentrum aan Sennaja plosjtsjad geweest. De naam betekent trouwens "Hooiplein"; op dit plein, gebouwd in 1737, was oorspronkelijk een markt gevestigd waar hooi, brandhout en vee werden verhandeld. In de kelder van het winkelcentrum, genaamd 'Pik', zit die grote supermarkt waar ik meestal heen ga, de 'Perekrjostok'. Daarboven zitten meerdere verdiepingen met winkels en horeca-gelegenheden. Het is een beetje een kakkerige bedoening en veel winkels zijn verre van goedkoop. Voor een spijkerbroek betaal je hier meer dan in Nederland. Op de vierde verdieping zit de bioscoop. Het kaartje was 250 roebel (6 euro). De film heette "Nasja Rasja" ("Ons Russia", 'Ons Rusland' dus, opnieuw een geval van Engels fonetisch in het Russisch schrijven). Het was een buitengewoon flauwe en voorspelbare komedie, dus ideaal voor mensen zoals ons die nog niet zo goed Russisch kunnen, want het verhaal was prima te volgen.

En nog drie foto's van de Maslenitsa-viering van vrijdag, met de zingende mensen in traditionele kledij, Sergej Jerofejev achter de piano en de pannenkoeken:

- Foto 040
- Foto 041
- Foto 042


Sint-Petersburg, Rusland, zaterdag 13 februari 2010, 14:52 uur

Dag 16. Sinds de vorige blogpost heb ik geen internet gehad in mijn kamer, maar inmiddels werkt dat weer. Even een post dus met wat dingetjes die ik de afgelopen dagen heb meegemaakt.

Het sneeuwt nog steeds regelmatig en we zien steeds vaker groepjes mannen op daken van gebouwen die alle sneeuw en het ijs van de daken afvegen / -gooien / -hakken. De stoep is dan met een lint afgezet en wordt door een paar baboesjka’s in oranje vestjes bewaakt, om ervoor te zorgen dat er niemand toch doorloopt. Gistermorgen was ik nog getuige van een scheldpartij tussen zo’n baboesjka en een vrouw die haar hond aan het uitlaten was en weigerde om te lopen.

Ik vind het fascinerend hoe de hele infrastructuur gewoon blijft werken, ondanks de sneeuwval. In Nederland gaat de NS over op een nooddienstregeling als er vijf centimer sneeuw is gevallen of er een paar blaadjes op de rails liggen en heb je 1000 kilometer file in de avondspits. Hier wordt niet gestrooid, maar alles werkt nog. Er wordt wel sneeuw weggeveegd van straten en stoepen, soms met voertuigen en soms met de hand. Auto’s slippen regelmatig in bochten, maar verder gaat alles goed. Gisteren zag ik een vrouw op ski’s in het park en een baboesjka die haar boodschappen op een slee achter zich aan trok.

Eergisteren heb ik trouwens mijn eerste fiets gezien. Fietsen zijn zeldzaam in Rusland, en zeker met dit weer. Het lijkt me ook helemaal niet verantwoord, zowel vanwege de gladheid als de rijstijl van de Russische automobilisten.

Afgelopen zomer zag ik in Volgograd talloze vrouwen die op straat de groente uit hun groentetuintje probeerden te verkopen. In Sint-Petersburg zie je ze ook, maar nu verkopen ze sokken, slippers, speelgoed, jurkjes, horloges, portemonnees en parfum. Deze mensen, meestal baboesjka’s, maar soms ook jonge kerels uit de Kaukasus of het Aziatische deel van Rusland, kleden zich zo warm mogelijk, leggen een krant op de grond, gaan erop staan en als een levende kerstboom houden ze de kleerhangers met kleren in hun handen. Om de paar minuten vegen ze de sneeuw van hun verkoopwaar. En zo staan ze dan urenlang in de vrieskou, met z’n dertigen op een rij, en af en toe zeggen ze eens “Mooi truitje, 200 roebel!”.

Gisteravond hebben we op de universiteit Maslenitsa gevierd met alle buitenlandse studenten en een deel van de Russen. Tijdens Maslenitsa wordt het nabije einde van de winter gevierd (hoewel dat rustig nog een of twee maanden kan duren). Er worden tijdens Maslenitsa veel pannenkoeken (bliny) gegeten, die de zon symboliseren, en die waren dus gisteren ook veelvuldig aanwezig. Ze worden gegeten met jam, sgoesjtsjonka (zoete, gecondenseerde melk die eruit ziet als lichtgele schenkstroop) of smetana (zure room). Er waren vier mensen in traditionele Russische kledij die voor ons muziek maakten, zongen en dansten. Ook wij studenten ontkwamen niet aan het dansen. Sergej Jerofejev speelde nog piano, en hij blijkt een zeer getalenteerd pianist te zijn!

Na een paar uur gingen we met het hele gezelschap naar een bar op nog geen 50 meter afstand van ‘de Nevski’, genaamd “Filin Goet” (Feeling Good). Opnieuw een gevalletje van ‘We willen een stoere, Westerse, Engelse naam, maar niemand kan dat lezen, dus schrijven we het maar fonetisch in het Russisch’. Hij zat op een binnenplaats van een huizenblok en zonder iemand die weet waar het is zou je het nooit van z’n leven hebben gevonden. Het was een leuke bar, niet te groot en niet te druk, en ook nog redelijk betaalbaar (een halve liter bier voor 100 roebel, ruim twee euro dus). Om 2 uur ’s nachts gingen we daar weer weg, en op de Nevski kwamen we een viertal dronken Russen tegen met bierflesjes in de hand. Dat kan heel negatief zijn, maar dat hoeft niet per se, en dit waren vriendelijke en zeer vrolijke jongelui, waarmee we nog even gekletst hebben. Denk bij het volgende gesprek nog even wat zware Russische accenten erbij:
“Hey, you Americans?” “No no, we're Dutch, gollandtsy, from the Netherlands.” “Ah, Golland, smoke! [ze doen een rokende junk na]” “Yes, weed is legal in Holland.” “You know people who smoke?” “Yes, we know some people who smoke.” “What you doing ien Russia?” “My izoetsjajem roesski jazyk [We studeren Russisch].” “Your Russian ies very good! Our English – not so good.” “O, your English is fine!” “[Alle vier in koor] London ies ze capital of Great Britain!” “Yes, yes, that’s correct. Say, why do you Russians carry around bottles of beer all the time, even at 8 in the morning?” “No, no, iet’s ze government.”
En zo ging dat nog even door.


Sint-Petersburg, Rusland, dinsdag 9 februari 2010, 20:12 uur

Dag 12. We hadden vandaag alleen een college taalvaardigheid. Daarna ben ik richting de Neva gewandeld (de rivier ligt op 100 meter afstand van de universiteit). Iedere keer als ik de universiteit binnenstap, kan ik in de verte de schoorstenen van de kruiser Aurora zien, en die wilde ik weleens van dichterbij zien, dus dat heb ik vandaag gedaan. Op afstanden verkijk je je hier snel, en het was nog zeker een half uur tot drie kwartier lopen. Het was vandaag vrij helder en weer behoorlijk koud, en aan de rivierkade en op de bruggen waaide het behoorlijk, waardoor het nog kouder aanvoelde. Als je je handen ook maar een ogenblik uit je handschoenen haalde om een foto te maken, werden ze steenkoud. Maar de foto’s zijn het waard: de uitzichten vanaf de Neva-bruggen en -kades zijn prachtig, en zeker in de namiddag, als het begint te schemeren.

De kruiser Aurora, tegenwoordig een museumschip, werd in 1903 in dienst gesteld en heeft een rol gespeeld in diverse belangrijke historische gebeurtenissen. Het schip vocht mee in de Russisch-Japanse oorlog, de Eerste Wereldoorlog, de Russische Burgeroorlog en de Tweede Wereldoorlog. De Aurora was betrokken bij het uitbreken van de Oktoberrevolutie en een schot van het schip was het sein voor de bestorming van het Winterpaleis. In de Tweede Wereldoorlog werden kanonnen van het schip gebruikt voor de verdediging van Leningrad. Sinds 1957 is de Aurora een museumschip. Ik ben niet aan boord geweest, maar heb wel even wat foto’s gemaakt. Net als bij andere toeristische attracties stonden op de kade tien souvenirtentjes op een rij, allemaal met dezelfde rommel.

Ik moest trouwens nog even naar het kantoor van Sergej Jerofejev, de coördinator van de programma’s voor internationale studenten, en hij wist mijn naam! En dat terwijl hij toch heel wat namen te onthouden heeft en we elkaar nog nooit hebben gesproken. Leuk. Daarna kwam ik nog een van de Leidenaren en een van de Amerikaanse studenten tegen, met wie ik nog even koffie heb gedronken. Naast Russisch spijker ik hier dus ook mijn Engels bij, en ook met mijn Nederlandse klasgenoten praat ik Engels in het bijzijn van Amerikanen. Op een bepaald moment ga je zelfs bijna denken in het Engels.

En ten slotte nog een paar fotootjes van vandaag. Allereerst de Kerk van de Verlosser op het Bloed. Doet erg denken aan de wereldberoemde Basiliuskathedraal op het Rode Plein in Moskou, of niet?

- Foto 034

De Aurora, de souvenirtentjes, een restaurantschip en de Troitski-brug over de Neva:

- Foto 035
- Foto 036
- Foto 037
- Foto 038

En een van die talloze marinecadetten die je hier ziet rondlopen:

- Foto 039


Sint-Petersburg, Rusland, maandag 8 februari 2010, 23:42 uur

Dag 11. Vandaag hadden we eerst een college taalvaardigheid, waarna we naar het Russische Staatsmuseum zijn gegaan, waar de docent van Kunstgeschiedenis ons een en ander heeft verteld over oud-Russische iconen. Dit zijn religieuze schilderijen. Niet echt mijn ding, zeker niet als er drie uur lang over gepraat wordt. Er zaten wel een paar mooie exemplaren bij, en ook een van meer dan 800 jaar oud. Fascinerend dat dat ding de tand des tijds heeft overleefd.

Het Russische Staatsmuseum in Sint-Petersburg is het grootste museum van Rusland. Wij hebben alleen de paar zalen met iconen bekeken; volgende week gaan we andere zalen bekijken. Naar Russisch gebruik wordt iedere zaal bewaakt door een dezjoernaja, een vrouwtje dat de hele dag maar wat op een stoeltje zit. Vrijwel iedere zaal heeft verder een verkooppunt voor boeken en souvenirs. En ook bij de toiletten zitten een paar medewerksters, bij de entree werken er een paar, bij de garderobe zitten er drie, er zijn er nog een paar werkzaam in de kantine, er werken er nog een stuk of wat in de souvenirwinkels in de centrale hal, en ga zo maar door. En zo heeft iedereen werk.

Daarna heb ik nog even een WiFi-stick gekocht, waardoor ik nu internet op m’n kamer heb. Ideaal! Vervolgens heb ik wat te eten gekocht en dat samen met mijn bovenburen, Matej en Roland, klaargemaakt. Alledrie zijn we leken op het gebied van koken, dus we modderen iedere keer maar wat aan.
“Moeten we dit koken?” “Nee, dit kun je beter bakken.” “Maar we hebben geen bakboter.” “Dat zou jij toch kopen?” “Gewone boter werkt ook vast wel.” “Hoort het er zo zwart uit te zien?” “Nee, gewone boter werkt dus niet.” “Ik heb bakboter gevonden.” “Hoort het zo lang te duren?” “Je bent het vuur vergeten aan te zetten.” “Moeten we de aardappels niet eens schillen?” “Kan er iemand aardappels schillen?” “Hoe maken we die spinaziebolletjes klaar?” “Brandt dat niet aan zonder water?” “Moeten ze niet eerst in de magnetron om te ontdooien?” “Wanneer is het klaar?” “Ongeveer twee minuten voordat het er zo uitziet.”
Maar we komen er iedere keer uiteindelijk wel uit, en het brouwsel smaakte erg lekker! We hebben het “Schnitzelprak à la Auke” gedoopt.


Sint-Petersburg, Rusland, zondag 7 februari 2010, 21:11 uur

Dag 10. Vandaag zijn we met z’n drieën naar het Mariinski-theater geweest, waar we in de concertzaal naar een uitvoering van werken van Stravinski hebben gekeken en geluisterd. Russen houden erg van theater, dus dat wilden we ook hebben meegemaakt in Rusland. Je zou denken dat de Russen vrij stipt zijn, maar de voorstelling begon pas om half vier. De Russen gaan met de hele familie naar het theater, ook kleine kinderen, en die zijn echt doodstil tijdens de voorstelling! Veel mensen dragen ook netjes hun zondagse kleren. De middag begon met een uitvoering van een symphonie-orkest. Het orkest werd vergezeld door een ware piano-virtuoos, echt een ontzettend getalenteerd man. Daarna was het even pauze, en vervolgens kwam er een sextet met een man die driftig gesticulerend een verhaal vertelde. De muzikanten ondersteunden zijn verhaal muzikaal. Van het verhaal begreep ik slechts flarden, maar het was best leuk om te zien. Ten slotte kwam er weer een symphonie-orkest met vier zangers, en een groepje mensen in wijde groene shirts dat de muziek ‘opleukte’ met wat poppenkastpoppen, doeken en linten en een oude tuba. Tijdens de uitvoering waren ze wat aan het rondrennen en met hun doeken aan het zwaaien en hun poppen aan het spelen. Ik weet niet of ze zwakbegaafd waren of dat dat bij hun act hoorde, maar het zag er belachelijk uit en vormde een schril contrast met de serieuze klassieke muziek en zang. Ook bij mijn klasgenoten viel het niet echt in de smaak, en bij de mensen die tussentijds de zaal verlieten volgens mij ook niet.

Boven die Westers-achtige supermarkt waar ik tegenwoordig boodschappen doe zit een overdekt winkelcentrum waar we nog even doorheen zijn gelopen. Het is een aanzienlijk complex met alle luxeartikelen die je maar kunt bedenken. Het contrast met de hopeloos verouderde prodoekty kan niet groter zijn. Er was ook een horeca-gedeelte met een McDonald’s, Subway, Kentucky Fried Chicken, Teremok en nog wat fastfoodrestaurantjes op een rij, en daarvoor een veld van tafeltjes en stoeltjes voor de klanten van al deze eetgelegenheden. Bij de McDonald’s hebben we nog even wat gegeten. Het grappige is dat de Russen niets veranderd hebben aan de namen van de producten, maar die wel fonetisch hebben omgezet naar het Cyrillisch. Je kunt er bijvoorbeeld een “Mek Tsjikken” (McChicken) kopen of een “Bik Mek” (Big Mac). Als je ervan uitgaat dat je klanten geen Latijns schrift kunnen lezen, waarom denk je dan dat ze wel het Engelse woord voor ‘kip’ kennen? Maak er dan “Mek Koeritsa” (Mac Kip) of “Bolsjoj Mek” (Grote Mac) van...

Het sneeuwt nog steeds af en toe. Doordat het soms relatief ‘warm’ is en de zon de ijspegels aan de gebouwen doet smelten, en het vervolgens weer kouder wordt en al dat water op de stoepen bevriest, zijn de stoepen ware glijbanen geworden. Ik ben al zeker twintig keer bijna onderuitgegaan, maar wist me dan met een of andere vreemde beweging toch nog staande te houden. Hetzelfde geldt voor mijn klasgenoten, maar de Russen geven geen kik. Blijkbaar went dit klimaat. Met hoge hakken banjeren de dames kordaat over het ijs...

Hier nog een paar kiekjes van het weer van de afgelopen week (ja, er zitten nog auto’s onder die sneeuwhopen op foto 28 en 29, en die ijspegel op de laatste foto is wel vier meter lang!):

- Foto 025
- Foto 026
- Foto 027
- Foto 028
- Foto 029
- Foto 030


Sint-Petersburg, Rusland, zaterdag 6 februari 2010, 23:03 uur

Dag 9. Nadat ik gisteren even in een internetcafé had gezeten, kwam ik tot de conclusie dat mijn pinpas verdwenen was. Ik moet hem kwijt zijn geraakt toen ik geld heb gepind, vlak voordat ik naar het internetcafé ben gegaan. Ik werd toen tijdens het pinnen in de hal van een metrostation aangesproken door een onbekende man die geld wilde hebben voor een metromuntje. Ik wordt wel vaker aangesproken door mensen die iets van me willen (als lange, blonde kerel zie ik er blijkbaar erg Westers en dus rijk uit) en zeg dan altijd maar “ja ne govorjoe po-roesski” (ik spreek geen Russisch). Zo ben ik gisteren maar liefst DRIE keer door mensen aangesproken die geld voor een metromuntje wilden hebben! Dat is maar 22 roebel (50 eurocent) en blijkbaar zijn er mensen die dat wel willen geven. Over het algemeen werkt mijn “ja ne govorjoe po-roesski” wel, en ook nu, maar ik raakte wel even in de war en in die verwarring ben ik vergeten mijn pinpas uit de automaat te halen, of heeft die man mijn pinpas gejat. Ik ben nog teruggelopen naar het metrostation en heb de norse baboesjka die daar de boel bewaakte gevraagd of iemand mijn pas had gevonden en die aan haar had gegeven, maar dat was niet het geval. Ze had wel wat gevonden bankpassen, maar de mijne zat er niet bij. Ik was ervan overtuigd dat niemand mijn pincode kon hebben gezien, maar heb gelijk naar huis gebeld en mijn pinpas laten blokkeren. De bank kon zien dat er niemand aan mijn rekening had gezeten. Er wordt nu een nieuwe pas naar huis gestuurd, en die moet vervolgens naar Rusland worden doorgestuurd. Gelukkig had ik net gepind en kan ik dus nog wel even vooruit met m’n geld, maar het is toch erg vervelend allemaal...

Ik was vandaag verder erg moe, heb uitgeslapen en ben vervolgens met het huiswerk voor de komende week beziggegaan. We moeten behoorlijk wat teksten lezen voor Politicologie en Cultuurkunde iedere week, en met het vertaalwerk voor het vertaalcollege ben je ook wel wat uurtjes zoet.

Gisteren kregen we trouwens ook ons stoedentjeski bilet (studentenkaart) van de universiteit. Best wel gaaf, of niet?

- Foto 031
- Foto 032
- Foto 033


Sint-Petersburg, Rusland, vrijdag 5 februari 2010, 22:47 uur

Dag 8. Ik ben nu precies een week in Rusland, maar ik heb het gevoel alsof het al een maand is, hoewel ik nog steeds een praktisch dagritme moet ontwikkelen. Er zijn simpelweg te veel dingen die moeten gebeuren op een dag: colleges, naar de universiteit en weer naar huis zien te komen, koken, afwassen, kleren wassen, boodschappen doen, huiswerk maken... Nu besef je pas goed hoeveel er thuis eigenlijk voor je wordt gedaan. We hadden na de colleges een “Happy Hour” (feestje) met alle buitenlandse en een aantal Russische studenten van de universiteit. Dat was best gezellig, en het prettige was ook dat die Russen bijna allemaal wel wat Engels spreken, en sommigen zelfs heel goed. De internationalen vormen echt een bont gezelschap: Nederlanders, Amerikanen, Noren, een Brit, een Belg, een Zweed, een Mexicaan, een Roemeen, een Duitser en een Zwitser, en dan vergeet ik er misschien nog wel een paar. Opnieuw was het om zes uur, een vreemd tijdstip, en opnieuw hoorde ik het pas vanmorgen. Om een uur of negen gingen we weer weg en hebben we met een paar mensen nog een pannenkoek gegeten bij een Teremok.

Het wemelt trouwens van de politie en militairen op straat. Er is een marine-instituut in de stad, en daarom zie je vooral veel jongemannen in marine-uniformen. Vaak lopen ze in groepjes van een paar man, en altijd vrij rustig en statig. De uniformen zijn echt prachtig, met lange, zwarte overjassen, zwarte handschoenen en zwarte oorflapmutsen.

Waar het juist niet van wemelt op straat, is buitenlanders. Uiteraard zijn ik en mijn klasgenoten buitenlanders, maar ik heb nog geen enkele neger gezien! Ook Aziaten zijn schaars, hoewel je wel mensen uit oost-Rusland ziet die het midden houden tussen 'blanken' en Aziaten.


Sint-Petersburg, Rusland, donderdag 4 februari 2010, 22:14 uur

Dag 7. Het blijft maar sneeuwen. Zelfs de Sint-Peterburgers geven toe dat er nu wel erg veel sneeuw ligt. De straten en stoepen worden wel nog steeds sneeuwvrij gehouden, soms met sneeuwruimers, en soms gewoon door een groep kerels met sneeuwscheppen. Meerdere malen zag ik vandaag een groep mannen op een dak ijs hakken. Ze zetten dan eerst een stuk stoep af en gooien het ijs en de sneeuw vervolgens gewoon van het gebouw af. Dat veroorzaakt natuurlijk al die ijsbrokken op de stoepen. In de straten wordt de sneeuw opgestapeld waar maar mogelijk is, en soms worden die sneeuwhopen wel twee meter hoog.

’s Morgens hadden we les op het Nederlands Instituut en daarna moesten we snel weer terug naar de universiteit. De stoepen zijn moeilijk begaanbaar door alle sneeuw, en mede doordat de les op het NIP uitliep kwamen we te laat aan. Eenmaal thuis ben ik met het huiswerk voor vrijdag bezig geweest, en daarna heb ik met mijn bovenburen macaroni klaargemaakt en gegeten. Hierna ben ik weer aan het huiswerk gegaan, en dan is de dag alweer om...


Sint-Petersburg, Rusland, woensdag 3 februari 2010, 23:29 uur

Dag 6. Ik houd het kort, want ik ben moe en ga zo slapen. We hadden vandaag ons eerste college “Journeys into Modern Russian Society and Culture”, gegeven door de eerder al genoemde Sergej Jerofejev. Als inleiding op dit vak hebben we een (in mijn opinie nogal vreemde) Russische film gekeken. De docent wilde na de lunchpauze vroeger weer verdergaan, waardoor we niet veel tijd hadden om te lunchen. De kantine bleek gesloten te zijn, waarna we besloten om in de boefet aan de overkant van de straat wat te gaan eten. Het eten daar was erg lekker en goed betaalbaar.

Bij het college hoorden we vervolgens dat we om half zeven bij het Nederlands Instituut van Sint-Petersburg (NIP) werden verwacht om met de mensen daar kennis te maken. Een beetje een late aankondiging naar mijn idee en een vreemd tijdstip. Vanaf de universiteit was het nog zeker een halfuur lopen, in oostelijke richting, dus ruim een uur lopen vanaf mijn huis. En daar hebben we morgenochtend ook college.

Bij het NIP kregen we een praatje over wat het NIP is en doet. Iedereen had op dit tijdstip honger, dus de versnaperingen werden enthousiast verorberd. Het NIP is opgezet door zes Nederlandse universiteiten en ondersteunt onderwijs en onderzoek over Rusland en doet ook iets met Russen die Nederlands leren. We krijgen op het NIP ook vertaalcolleges, en daarvoor kregen we ook alvast huiswerk voor morgen op. Hierna werd er nog een tijdje gesocialized. Om ongeveer half tien vertrokken we weer, maar bij de meeste mensen was de eetlust toen wel weer weg. Thuis heb ik alleen nog even een eitje gebakken.

Het sneeuwde vandaag weer behoorlijk en op plaatsen waar sneeuwruimers zijn geweest ligt de sneeuw naast de weg soms meer dan een meter hoog. Diverse auto’s die al diverse dagen ongebruikt zijn, zijn één grote sneeuwberg, waarbij niet eens de wielen meer zichtbaar zijn. Het wemelt ook van de grote brokken ijs op de stoepen, soms wel meerdere vierkante decimeter groot, die denk ik vanwege hun gewicht van daken zijn afgevallen of afgehakt. Ik heb al een paar keer mensen op een dak ijs zien hakken. Aan de randen van straten veroorzaakt half-gesmolten sneeuw vaak behoorlijk diepe plassen, waar je niet omheen kunt. Je moet uitkijken waar je loopt en waterdichte schoenen zijn absoluut noodzakelijk in deze stad...

En nog een paar fotootjes van Sint-Petersburg, met onder andere de bevroren rivier de Fontanka, die 200 meter ten zuiden van mijn huis langs loopt, een paar foto’s van het Winterpaleis en wat uitzichten vanaf de Neva:

- Foto 015
- Foto 016
- Foto 017
- Foto 018
- Foto 019
- Foto 020
- Foto 021
- Foto 022
- Foto 023
- Foto 024


Sint-Petersburg, Rusland, dinsdag 2 februari 2010, 22:23 uur

Dag 5. We hebben vandaag onze eerste echte colleges gehad op de universiteit. Vanmorgen begonnen we met twee uur Russische taalvaardigheid (in het Russisch uiteraard) van een Russische docente. Deze lessen volg ik met de helft van de Nederlandse studenten. Daarna hadden we vier uur Contemporary Russian Politics van een vooraanstaande, van oorsprong Wit-Russische docent, die vrijwel vloeiend Engels sprak. Hij had ook aan meerdere West-Europese universiteiten gestudeerd en voor West-Europese organisaties gewerkt. Zijn colleges zijn in het Engels en we moeten voor dit vak ook een Engelstalige presentatie geven en een paar Engelstalige essays schrijven. Dit vak hebben we met alle Nederlandse studenten, en de Duitser, Roemeen, Zweed en Mexicaan. Verder hebben we de vakken Art History, Modern Russian Culture en colleges Russisch vertalen aan het Nederlands Instituut van Sint-Petersburg.

We zijn vandaag met de metro naar huis gegaan, maar dat is niet handig, je doet er dan minstens zo lang over als met de benenwagen. Ik loop trouwens wat af in deze stad en dat kan ik voelen en zien aan mijn voeten. Mijn sneeuwschoenen werken goed, iets te goed zelfs, ik heb nu te warme voeten. Het was vandaag trouwens bijna warm, ik vermoed rond het vriespunt. De sneeuw op de stoepen en straten is nu gesmolten en een grote bende. Het smeltwater druppelt van de gebouwen af en vallende ijspegels (van soms wel een meter lang) vormen een reëel gevaar!

Ik heb ook een goede, Westers-achtige supermarkt gevonden met normaal eten, een paar honderd meter hier vandaan. Ze hebben daar ook fatsoenlijke melk (mijn ‘witte’ melk bleek bedorven te zijn toen ik hem voor het eerst openmaakte) en redelijk normaal brood (het smaakt nog steeds alsof het een paar dagen oud is, maar ja). Ik heb ook wel weer eens zin in een toetje of een koekje of zo.

Vanavond heb ik gegeten bij de twee Leidse studenten die mijn bovenburen blijken te zijn. Voor één persoon koken is niet echt gezellig en praktisch en dus hebben we met z’n drieën gekookt. Dat is nog een hele opgave als je dat nooit doet, maar uiteindelijk hadden we toch een behoorlijke prak op tafel staan. Is voor herhaling vatbaar.


Sint-Petersburg, Rusland, maandag 1 februari 2010, 22:34 uur

Dag 4. Vandaag was mijn eerste dag op de universiteit. Ik ben erheen gelopen in ruim een half uur, en ik liep stevig door. Ik kijk nog of ik een gunstige busroute kan vinden. Bij de universiteit bleek dat twee van de Leidenaren direct boven mij wonen, dus dan kunnen we in het vervolg mooi samen lopen. De universiteit is echt klein, met slechts 200 studenten en 50 kaderleden. Het is gelegen in een soort van paleisje. Van buiten is het een prachtig licht-roze gebouw en van binnen is alles van marmer. De hoofdvergaderzaal waar we zaten had meerdere grote kroonluchters en was geheel versierd met gouden patronen en beelden. De marmeren trappen van het gebouw zijn ooit nog belopen door de Russische tsaar Alexander II!

Niet iedere ruimte en hal in de universiteit zijn echter zo mooi hoor, er zijn ook zat gewone ruimtes. We kregen een inleidend praatje van de coördinator van het programma, Sergej Jerofejev, die vertelde dat de “crème de la crème” van de Russische studenten hier studeert, en daarnaast een behoorlijk aantal buitenlandse studenten. Er studeren nu dus vier Groningers, zeven Leidenaren, een groep Amerikanen, een Zweed, een Mexicaan, een Duitser en een Roemeen. Iedereen spreekt hier goed Engels, alle studenten en docenten, en zelfs de bibliothecaresse. Jerofejev vertelde dat dit semester geen vakantie gaat worden, er wordt echt wat van ons verwacht. We hebben een toets gemaakt om ons niveau te bepalen, waarna de groep Nederlanders in tweeën werd gesplitst. De eerste groep heeft een iets hoger niveau en daar zit ik in.

De universiteit heeft een kantine waar je voor nog geen 2,5 euro een warme maaltijd kunt krijgen, bijvoorbeeld macaroni met kaas. Verder heeft de universiteit een internetruimte en een bibliotheek. De universiteit is trouwens een waar doolhof en ook hier moet ik regelmatig oppassen dat ik m’n hoofd niet stoot.

Aan het eind van de middag zijn we met alle buitenlandse studenten en een docent uit Leiden, twee docenten uit Groningen en Sergej Jerofejev nog even ergens wat gaan drinken. Daarna hebben we met z’n zevenen gedineerd in een Japans restaurant (het wemelt hier van de Japanse restaurants!) in een zijstraat van de Nevski prospekt. Het sneeuwt inmiddels weer, en het valt me op dat mensen hier hun autoruiten niet hoeven te krabben, maar wel sneeuwvrij moeten maken. Je kunt aan de hoogte van het pak sneeuw op de auto’s zien hoe lang de auto al ongebruikt is. Ruitenkrabbers hebben hier ook aan het ene uiteinde een krabber en aan het andere een grote borstel.

Ik vroeg Natalja of ze mij kon helpen met internet op mijn kamer, maar daar had ze geen verstand van. Vlak daarna kwam Marina thuis, en die wist er wel wat van, maar gaat nog even met haar man overleggen. Ik mocht wel even haar computer gebruiken. Echt het modernste van het modernste, de allernieuwste computer verbonden aan een flatscreen-tv van een meter breed, mooie boxen, alles. Ook Natalja heeft op haar kamer een moderne laptop, flatscreen-computer, twee externe harde schijven, alles. Marina bleek trouwens ook behoorlijk goed Engels te spreken. Ik heb de indruk dat de jeugd en jongvolwassenen hier in Rusland echt een Westerse levensstandaard hebben wat betreft kleding, computers & andere hardware, software, mobiele telefoons en verzorgingsproducten. Ook met de talenkennis gaat het de goede kant op; best veel jonge mensen spreken ten minste een beetje Engels. Maar ondertussen leven ze wel in een klein appartementje waar de verf van de muur bladdert en de kastjes van ellende uit elkaar vallen. Andere prioriteiten blijkbaar.

Manja de poes heb ik iets te veel geaaid volgens mij. Ze ligt nu gewoon permanent op mijn bed of op mijn koffer. Als mijn deur open staat en ik er ben komt ze altijd binnenlopen. Ik heb haar weleens geprobeerd weg te jagen of de deur uit te smijten, maar ze glipt dan altijd snel onder mijn bed, waar ik haar niet kan pakken. Als ik dan weer ga zitten komt ze tevoorschijn en springt weer op mijn bed. Natalja en Marina hebben Manja al meerdere malen berispt, maar ze luistert niet zo goed. Natalja en Marina hebben zich ook al meerdere malen verontschuldigd over het gedrag van Manja, maar ach, ik kan er wel om lachen.


Archief:

Mei 2010 | April 2010 | Maart 2010 | Februari 2010 | Januari 2010 | December 2009

Alle rechten voorbehouden / all rights reserved © Auke de Vlieger 2008-
Home